Camille Saint-Saëns

Camille Saint-Saëns - Piet van der Steen

Camille Saint-Saëns

Gespeeld door Piet van der Steen op het Cavaillé-Coll-orgel in de Notre-Dame, Épernay (F)

Voor € 35,00

CD 1 – Camille Saint-Saëns – orgelwerken ‘gewoon’
1. Marche religieuse (F) 1897 opus 107
à Marie Christine, Reine Régente d’Espagne
2. Bénédiction nuptiale (F) 1859 opus 9
à Madame la Marquise de Mornay, née de Villers
3. Fantasia (Es) 1857 ---
dédiée à son ami Georges Schmitt
4. Fantaisie (Des) 1895 opus 101
à sa Majesté la Reine Elisabeth de Roumanie
5. Fantaisie (C) 1919 opus 157
à sa majesté le Roi Manoel
6. Prélude et fugue (E) 1894 opus 99: 1
à Charles-Marie Widor
7. Prélude et fugue (B) 1894 opus 99: 2
à Alexandre Guilmant
8. Prélude et fugue (Es) 1894 opus 99: 3
à Eugène Gigout
CD 2 – Camille Saint-Saëns – ‘buitengewoon’
Six duos
pour harmonium et piano *) 1858 opus 8
à Lefébure-Wély
m.m.v. Hans Okkerse, piano
(harmonium Mustel, vleugel Erard)
1. Fantasia e Fuga (C)
2. Cavatina (D)
3. Choral (e)
4. Capriccio (A)
5. Scherzo (fis)
6. Finale (C)
Trois morceaux
(pour Poïkil-orgue) *) 1852 opus 1
windvoorziening: Marijke van der Sleen
7. Méditation (C)
à Mr. Eugène Devivier
8. Barcarolle (fis)
à Mademoiselle Berthe de Tinan
9. Prière (D)
à Madame Eugène Devivier
CD 3 – Liszt en Saint-Saëns – orgelwerken
‘buitengewoon’
Franz Liszt (1811-1886)
1. Saint François d'Assise –
La prédication aux oiseaux (A) *) 1863
transcription pour orgue par C. Saint-Saëns
à Madame la Baronne Cosima de Bülow (née Liszt)
Camille Saint-Saëns
2. Berceuse
pour violon et orgue (Bes) *) 1871 opus 38
à Monsieur Paul Viardot
m.m.v. Lodewike van der Steen, viool
Fantaisie pour orgue-æolian *) 1906
reconstruction: Rollin Smith 1988
derde hand: Harald van der Werff
3. Introduction (d, D)
4. Thème et variations (Bes)
5. Trio (canon) (Bes)
6. Deux méditations (B)
7. Finale (Bes)
*) Nederlandse CD première

Na zijn eindexamens op het Utrechts Conservatorium (1969 en 1970), na terugkeer van een jaar
studie bij Marie-Claire Alain in Parijs (1972) en na de Eerste Prijs op het eerstgehouden Nationaal
Concours César Franck in Haarlem (1976) kreeg de organistenloopbaan van Piet van der Steen (1943)
flink vaart. Als uitvoerend organist van talrijke concerten in binnen- en buitenland, van serieproducties
bij Nederlandse omroepen is zijn aandacht vooral gevestigd op de (laat-)romantische periode
(Reger, Franck, Vierne, de Nederlanders) en op de grote, veelkleurige 20e en 21e eeuw. Zijn discografie
vermeldt als opvallend hoogtepunt alle orgelwerken van Messiaen, Jolivet en Lesur (de La Jeune
France-groep) gemaakt in opdracht van VPRO-radio. Componisten van gevestigde reputatie schreven
een reeks nieuwe werken voor hem en zijn vaste samenspelpartner op trompet Peter van Dinther.
Naast dit alles is Van der Steen actief als docent Orgel, als dirigent van enkele koren en actief geweest
als redacteur van een orgeltijdschrift. Sedert 1966 is hij organist van de Oud-Katholieke kathedraal Ste.
Gertrudis in Utrecht. Hij kreeg verschillende onderscheidingen en heeft zitting in enkele kerkelijke
adviescommissies.

Deze 3-cd-productie Saint-Saëns – orgelwerken, gewoon en buitengewoon is deel twee, een vervolg
op de vorige: César Franck – de twaalf orgelwerken, en meer ..., verschenen in 2018.
César Franck en Saint-Saëns waren de belangrijkste figuren in de Franse orgelcultuur in de 19e eeuw.
Het is merkwaardig dat in de eerste biografieën van beide componisten, geschreven door resp. Vincent
d’Indy (1906) en Jean Bonnerot (1922), maar mondjesmaat wordt ingegaan op de betekenis van het orgel
in hun beider bestaan.
Voor Franck, introvert, gekend door een beperkte kring van bewonderaars, was het orgel als bespeler,
componist en leraar het centrale instrument in zijn loopbaan.
Voor Saint-Saëns, extravert, gekend door tout Paris, gevierd in heel Frankrijk en daarbuiten, componist
van een groot oeuvre in alle genres, ook voor hem was het orgel een levensgezel.
Beide componisten waren plaats- en tijdgenoten. Van een goede verstandhouding tussen beiden getuigt
onder meer Francks dedicatie van zijn latere, meest bekend geworden orgelwerk Prélude, fugue, variation:
à son ami Monsieur C. Saint-Saëns.
Er zijn bronnen die melden dat de verstandhouding van de één (CSS) naar de ander (CF) in latere jaren
op artistieke gronden bekoelde.
Men kent Saint-Saëns van orkestwerken: symfonieën, symfonische gedichten, solo-concerten (twee celloconcerten,
het Tweede pianoconcert, het Derde vioolconcert) en natuurlijk het ‘Carnaval der dieren’.
Maar ‘men’ (het actieve luisterpubliek) is vaak beperkt in zijn repertoirekeuze en -kennis.
Vrijwel dagelijks horen we Saint-Saëns’ muziek op de klassieke radiozender; in de concertzaal is de frequentie
minder en men kan constateren dat concerterende organisten zich minder overtuigend inlaten
met Saint-Saëns’ orgelwerken. Het herdenkingsjaar 2021 kon daarin geen verandering brengen.
Wie het Saint-Saëns-oeuvre – 169 opusnummers – overziet komt onder de indruk van zijn enorme veelzijdigheid.
Alle in zijn tijd actuele genres beoefende hij: behalve de bovengenoemde schreef hij kamermuziek,
liederen, koorwerken, oratoria, opera’s en orgelwerken.
Onderwerp van deze 3-cd-productie is Saint-Saëns – gewoon: orgelwerken (cd 1) en Saint-Saëns –
buitengewoon: een aantal werken in een bijzondere instrumentatie (cd 2 en 3). De laatstgenoemde
categorie werken beleven hier alle hun Nederlandse cd-première.

  • Foto Piet van der Steen.jpg
  • Foto Orgelfront.jpg
195