César Franck

César Franck - Piet van der Steen

César Franck, de twaalf orgelwerken, en meer...

Gespeeld door Piet van der Steen op het Cavaillé-Coll-orgel in de Notre-Dame, Épernay (F)

Voor € 35,00

CD I
Six pièces pour orgue (1860/1864)
Fantaisie (C) opus 16
1. Poco lento 4.21
2. Allegretto cantando 4.49
3. Quasi lento 1.12
4. Adagio 3.28
Grande pièce symphonique (fis) opus 17
5. Andantino serioso – allegro non troppo e maestoso 11.00
6. Andante – Allegro – Andante 6.50
7. Allegro non troppo e maestoso 9.39
8 . P rélude, fugue, variation (b) opus 18 10.55
9. P as torale (E) opus 19 9.20
10. Prière (cis) opus 20 13.53
totaal 75.29

CD II
Six pièces pour orgue (slot)
1. F in al (Bes) opus 21 12.20
Trois pièces pour orgue (1878)
2. Fantaisie (A) 13.38
3. Cantabile (B) 6.52
4. Pièce héroïque (b) 8.37
Trois chorals (1890)
5. Choral I (E) 16.17
6. Choral II (b) 15.05
totaal 72.49

CD III
Trois chorals (slot)
1. Choral III (a) 13.21
César Franck – ….. en meer
2. Andantino (g) (1856/1857) 6.42
3. Offertoire (Es) (1858) 6.28
4. Offertoire pour la Messe de minuit (d, D) 5.38
(1er décembre 1858)
5. Magnificat (D,d) (alternatim) 9.24
Magnificat anima mea – Et exsultavit
Quia respexit (quasi andante)
Quia fecit
Et misericordia (andantino)
Fecit potentiam
Deposuit potentes (quasi marcia)
Esurientes implevit
Suscepit Israel (allegretto)
Sicut locutus
Gloria Patri (très largement)
Sicut erat
Amen
l’Organiste, pour orgue ou harmonium (1889/1890)
6. Suite IV – Sept pièces en mib majeur et mib mineur 6.50
Andantino poco allegretto
Quasi lento
Molto moderato
Allegretto
Poco allegro
Andantino
Amen – moderato
7. Offertoire – andantino poco allegretto 4.22
8. Prélude, fugue, variation (b) (1884) 10.21
pour harmonium et piano
m.m.v. Niek de Vente, piano
totaal 63.06

Na zijn eindexamens op het Utrechts Conservatorium (1969 en 1970), na terugkeer van een jaar
studie bij Marie-Claire Alain in Parijs (1972) en na de Eerste Prijs op het eerstgehouden Nationaal
Concours César Franck in Haarlem (1976) kreeg de organistenloopbaan van Piet van der Steen (1943)
flink vaart. Als uitvoerend organist van talrijke concerten in binnen- en buitenland, van serieproducties
bij Nederlandse omroepen is zijn aandacht vooral gevestigd op de (laat-)romantische periode
(Reger, Franck, Vierne, de Nederlanders) en op de grote, veelkleurige 20e en 21e eeuw. Zijn discografie
vermeldt als opvallend hoogtepunt alle orgelwerken van Messiaen, Jolivet en Lesur (de La Jeune
France-groep) gemaakt in opdracht van VPRO-radio. Componisten van gevestigde reputatie schreven
een reeks nieuwe werken voor hem en zijn vaste samenspelpartner op trompet Peter van Dinther.
Naast dit alles is Van der Steen actief als docent Orgel, als dirigent van enkele koren en actief geweest
als redacteur van een orgeltijdschrift. Sedert 1966 is hij organist van de Oud-Katholieke kathedraal Ste.
Gertrudis in Utrecht. Hij kreeg verschillende onderscheidingen en heeft zitting in enkele kerkelijke
adviescommissies.

Luister: "Dit is een cd-uitgave die echt iets toevoegt aan ons idee van klankwereld van de Maitre angélique, en met heel veel liefde en toewijding gespeeld...en gezongen".  Waardering: 10

Lees hier de volledige recensie van Luister.

De Volkskrant: "van der Steen doet recht aan de bezonken weidse orgelmuziek van Cesar Franck".

Dagblad Trouw:

Een beoordeling van maar liefst 4 sterren.

O.a. te lezen in deze recensie:

"Alleen al de kennismaking met dit schitterende instrument maakt de aanschaf van deze box de moeite waard.Bovenal is dat echter Van der Steens bevlogen spel, technisch gaaf en met alle begrip van de Frans-romantische orgelstijl."

" Ook de lyriek werkt hij fraai uit, ademend, echter zonder de basispuls los te laten. In prachtige registraties laat hij de orgel van Épernay zingen, bulderen en fluisteren."

Recensie lezen?

 'Samenklank', het blad van de Oud-Katholieke Organistenvereniging (door dr. Bart van Buitenen)

Recensie in de Samenklank lezen?

 

Dagblad De Gelderlander:

Dit is een uitgave van de Stichting Orgelprojecten Nederland. Echt iets voor fijnproevers en hopelijk is die schare groot. De in het Gelderse Tricht wonende musicus Piet van der Steen (1943) schotelt de luisteraar op drie cd’s van het label Excellent Recordings niet alleen een uitgekiend beeld van het orgel- en harmoniumrepertoire van César Franck (1822-1890) voor, maar hij trakteert de liefhebbers ook op flink wat achtergrondinformatie.

Maarten-Jan Dongelmans 11-12-19, 11:53

Dat betekent, onder meer, dat de persoon en de stijl van deze Nederlandse Parijzenaar al tot leven zijn gekomen voordat je ook nog maar één noot hebt gehoord. Object 1

Vingerzettingen
Van der Steen is super accuraat in zijn uitleg. Over het door hem bespeelde instrument van uit Épernay, over de uiteenlopende opvattingen over Francks tempi, over de
vingerzettingen en ga zo maar door. Fotomateriaal ondersteunt zijn betoog. Maar het belangrijkst blijven natuurlijk de vertolkingen. Piet van der Steen is een fijnzinnig
organist die inmiddels al meer dan een halve eeuw de titulaire is van de Oud-Katholieke St. Gertrudiskathedraal in Utrecht. Hij heeft een grote affiniteit met en kennis van de Franse romantiek.

Dwingend
Dat hoor je ogenblikkelijk wanneer je zijn lezing van het Choral I beluistert. Hier is iemand aan het woord die weet hoe hij ruim een kwartier spanning moet opbouwen. Zelden heb ik zo’n relaxte en toch dwingende interpretatie gehoord. De registratie komt stijlbewust en vooral heel authentiek over. Pluspunt: het uit 1869
stammende Cavaillé-Coll-orgel van de Notre Dame in Épernay benadert in vrijwel alles heel dicht Francks eigen instrument in de Parijse basiliek van Sainte-Clotilde. Het klinkt
net zo helder en sonoor. Althans, dat lezen we in het begeleidende boekje.

Parels
Contrasten zijn bij Van der Steen niet minder in uitstekende handen. Dat hoor je onder meer in de toccata-achtige opening van Choral III met zijn symfonische uitstraling en de
aanpak van de organist van de aansluitende meditatieve liedachtige passage. Van der Steen is thuis, zowel in groots aangelegde structuren (zoals Grande pièce
symphonique opus 17) als in parels van miniaturen (bijvoorbeeld de Suite IV uit l’Organiste).

Verfrissend

Laatstgenoemd werk wordt op een Debain-harmonium (1859) uit Naarden vertolkt. Dat klinkt verfrissend, huiselijk knus en net zo intrigerend als de betoverende mix van die
‘psalmenpomp’ en vleugel in Prélude, fugue, variation uit 1884, waarmee dit album afsluit. Hier speelt Piet van der Steen eendrachtig samen met pianist Niek de Vente.
Mij restte slechts één vraag: wie zingt die Magnificatverzen eigenlijk voor? De organist zelf dus.

 

Tot diep in de jaren zeventig van de vorige eeuw kon men zich de vraag stellen ‘Zou Franck weer in
zwang komen?’ *) In die nadagen van de neo-barokperiode werd immers de ‘symfonische’ orgelliteratuur met als voornaamste
figuren Franck, Vierne, Widor, Guilmant te licht bevonden in relatie tot Bach, Buxtehude, De
Grigny en Sweelinck. In de maalstroom van de tijd evenwel is er een waar réveil ontstaan in deze kunstvorm die zo typerend
is voor de laatste decennia van de muzikale Romantiek.
Beperken wij ons hier tot Franck. Er ontstond ook in Nederland een veelheid aan boeken, artikelen en
activiteiten die zijn kunst veelal in een breed perspectief plaatsten.

Na de oudste – en lange tijd de beste – bladmuziekuitgave van Durand verschenen werkedities onder
supervisie van Marcel Dupré, Maurice Duruflé, Otto Barblan en Finn Viderø; dit lijstje is niet volledig.
In het kader van de sterk in opkomst zijnde historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk verschenen
inmiddels ook uitstekend gedocumenteerde ‘Urtext’-edities. Zij waren ontdaan van welke arrangerende
vreemde hand ook: de Wiener Urtext Edition (UT 50141 en volgende), die mogelijk nog overtroffen
wordt door de recent (2018) opgestarte uitgave van Bärenreiter (BA 9291).

Uiteraard lieten ook organisten zich niet onbetuigd in het maken van integrale grammofoonplatenproducties.
Van de Fransen noemen we de ouderen Jeanne Demessieux, André Marchal, Jean Costa,
André Isoir, Marie-Claire Alain (tweemaal), Daniel Roth en Jean Langlais. De laatste met stip omdat hij
het orgel in de Ste. Clotilde bespeelt vanuit de oorspronkelijke dispositie. Ieder van hen vertegenwoordigde
een speeltraditie of wilde daar juist vrij van zijn (Alain).

Elke lezer zal aan dit Franse gezelschap ook één of meer Nederlandse of Duitse organisten, die ook
intégrales realiseerden, kunnen toevoegen. Midden jaren zeventig kwam een opmerkelijke parallelle beweging op gang rondom het harmonium.
Men hoorde in dit instrument weer het eigen geluid: de verstilde, intieme klanken van de doorslaande
tongen. Heruitgaven naar het manuscript van Francks l’Organiste pasten in deze ontwikkeling.

  • Foto Orgelfront.jpg
  • Foto Piet van der Steen.jpg
  • franckcesar.jpg
195